Een reeks van acht tot tien lessen over de natuur rondom van de school. Daar is meer te zien dan je misschien zou denken: we ontdekken vogels, kleine dieren, bomen en planten. Kinderen leren waarnemen en onderzoek doen.

De directe omgeving van de school is een prachtige plek om te leren over planten, dieren en de seizoenen. Zelf een duizendpoot vinden en onderzoeken, de boom op het schoolplein opmeten, vogels tellen in de buurt. We gaan deze lessen naar buiten, maar blijven dichtbij school. De seizoenen spelen een grote rol: hoe bereiden planten en dieren zich voor op de winter, welke bloemen groeien er rondom de school in de lente?  De lessen geven volop kansen voor ontdekkend en onderzoekend leren.  Ook abstracte begrippen als kringloop, afval, energie en klimaat komen aan bod.

We ontwerpen het programma in overleg met de school, afhankelijk van het seizoen en de schoolomgeving.  In overleg bepalen we de grootte van de groep – meestal zo’n 15 kinderen, ongeveer een halve klas. We gaan tijdens de lessen naar buiten, een extra begeleider vanuit de school is daarom nodig. Dat kan een stagiaire of onderwijsassistent zijn, een van de ouders of een vrijwilliger.

Tijdens de lessen voor de onderbouw laten we de kinderen op een speelse manier de natuur ontdekken. We spelen spelletjes, verzamelen blaadjes en takken, zoeken beestjes en maken natuurknutsels.

Bij de middenbouw gaan de lessen om waarnemen, beleving, zintuigen en onderzoeken. De seizoenen spelen een belangrijke rol.  Met loepjes, zoekkaarten en verrekijkers verkennen we de omgeving. We behandelen ook thema’s als voedselketen (wie eet wie?) en kringloop (is er afval in de natuur?).

Bij de bovenbouw draaien de lessen om waarnemen, onderzoeken en samenhang. Vanuit concrete waarneming komen  abstractere begrippen als zuurstof en fotosynthese aan de orde. Veel aandacht is er ook voor kringlopen, zoals die van water en afval. De kinderen verwerken in de klas de waarnemingen en metingen die buiten zijn gedaan.

Nieuwsgierig geworden? Neem contact op